Hoe zagen de hunebedden er 80 jaar geleden uit ?

Klik op het hunebednummer voor een foto uit de Atlas:

N.B.
Als je de de oude toestand met de huidige wilt vergelijken kun je beter met de hunebeddenkaart een huidig hunebed selecteren en via een klik de oude foto in een popup-venster oproepen Je krijgt dan bovendien een beschrijving.

D1
D2
D3
D4
D5
D6
D7
D8
D9
D10
D11
D12


D13
D14
D15
D16
D17
D18
D19
D20
D21
D22
D23
D24
D25
D26
D27
D28
D29
D30
D31
D32
D33
D34
D35
D36
D37
D38
D39
D40
D41
D42
D43
D44
D45
D46
D47
D48
D49
D50
D51
D52
D53
D54
G1
Prof. Dr. Albert Egges van Giffen (1884 - 1973).
Befaamd Nederlands archeoloog. Ook wel de "vader van de hunebedden" genoemd en door de Drentse bevolking liefkozend "het Spittertien". Hier afgebeeld op een in een veldkei gevatte bronzen plaat bij het door hem geheel gerestaureerde hunebed "De Papeloze Kerk"(D49).Grondlegger van universitaire archeologische instituten in Groningen en Amsterdam, oprichter en directeur van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de Drents Praehistorische Vereniging (DPV), directeur van het Drents Museum, etc etc. Bemoeide zich 50 jaar lang intensief met de hunebedden. Hij onderzocht de inhoud, markeerde de plaatsen van ontbrekende draag- en poortstenen, richtte uit het lood geslagen draagstenen weer op en zette afgegleden dekstenen weer op hun fundament. Hij conserveerde de onmiddellijke omgeving en plaatste wegwijzers en bronzen naamplaten. Ook legde hij de locaties van tal van verdwenen hunebedden vast. Zijn werk is van onschatbare waarde voor de archeologie in Nederland geweest.

In 1918 kreeg Van Giffen opdracht van de regering de in Nederland nog aanwezige hunebedden te inventariseren. Hij heeft zich zeer nauwgezet van die taak gekweten en daarover in 1925 in 3 lijvige boekwerken (zie boven) gerapporteerd. Hij trof in totaal 54 hunebedden aan, waarvan één in de provincie Groningen en de rest in Drenthe. Ook gaf hij een overzicht van inmiddels verdwenen hunebedden, waarvan de standplaatsen nog konden worden vastgesteld. Dat waren er 27, waarvan één in Friesland, vier in Groningen, twee in Overijssel en de rest in Drenthe. Hij gaf de hunebedden een code bestaande uit de eerste letter van de provincienaam gevolgd door een volgnummer (romeins). Hij nummerde van noord naar zuid en van west naar oost (hoewel niet altijd consequent). De staat waarin hij de monumenten aantrof, stemde hem niet vrolijk. Verreweg de meeste kregen van hem het predicaat "vervallen", "sterk gestoord", "zeer gehavend", of zelfs "droevig".Slechts 16 stuks verkeerden in "goeden" en een paar zelfs in "uitnemenden" staat. (zie b.v. D6 en D41)

Hierboven kun je zien hoe nauwkeurig Van Giffen de aangetroffen situatie uittekende. (Dit voorbeeld geeft D1 bij Steenbergen weer) Hij gaf de stenen een codering naar hun specifieke aard (D zijn dekstenen, Z zijn zijstenen, S zijn sluitstenen, P zijn poortstenen en R, hier niet aanwezig, zijn randstenen) en gaf precies de vorm, maten en ligging aan. Ook bepaalde hij de orientatie d.m.v. de lengteas. Het oogje rechts geeft het camerastandpunt weer. N.B. Het copyright van de "Van Giffen" foto's berust bij het GIA en mogen niet van deze site worden gekopieerd.