"Onvolledig en in vervallen staat", zo omschreef Van Giffen dit hunebed in 1925. Dat is dan ook goed te zien. Dat was 100 jaar vóór hem trouwens ook al het geval, zoals door hem genoemde bronnen vermeldden. De 4 (van de 5) dekstenen liggen op de kelderbodem en 3 (van de 10) zijstenen ontbreken. De 2 sluitstenen zijn aanwezig en in situ, zodat de richting en lengte van de grafkelder in ieder geval duidelijk zijn. Ook de contouren van de dekheuvel zijn nog goed te onderscheiden. Het hunebed werd in 1871 door de Staat van een particulier aangekocht.

(Bron: Atlas bij "De Hunebedden in Nederland", dr.A.E.van Giffen, 1925)